Algemeen
12.07.2021
2 min om te lezen

Rechtbank Rotterdam oordeelt op 16 juni 2021 dat taxibedrijf aansprakelijk is voor overlijden slachtoffer die uit zijn rolstoel valt in de rolstoelbus

Het slachtoffer heeft eerder ernstige hersenschade opgelopen en valt op 9 juli 2016 tijdens het vervoer met de rolstoelbus uit zijn rolstoel. Het slachtoffer komt ten gevolge daarvan te overlijden. De Rechtbank Rotterdam oordeelt tot aansprakelijkheid.

 

De weduwe vordert overlijdensschade op de taxi maatschappij. Er wordt een beroep gedaan op artikel 1147 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (een vaak vergeten artikel).  Dit artikel houdt in dat de vervoerder aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen. De regeling ziet mede op de aansprakelijkheid van de vervoerder (taximaatschappij) jegens de reiziger (slachtoffer) die zelf geen partij is bij de vervoersovereenkomst.

 

Het slachtoffer hoeft enkel te bewijzen dat er een ongeval is gebeurd, dat dit heeft geleid tot letsel of zijn of haar dood en dat de schade werd geleden in verband met en tijdens het vervoer. Er hoeft dus niet te worden aangetoond dat de bestuurder niet zorgvuldig heeft gehandeld of een fout heeft gemaakt.

 

De discussie tussen partijen was met name of de rolstoelbus aan het rijden was of niet ten tijde van het ongeval. De rechtbank passeert deze discussie. Tussen partijen is niet in geschil dat het slachtoffer is gevallen met letsel tot gevolg. Ten tweede zegt artikel 1142 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek dat enkel hoeft te worden aangetekend dat de reiziger aan boord is van het voertuig terwijl het voertuig zich op de weg bevindt. Ook het in- en uitstappen van het voertuig valt hieronder.

 

De rechtbank acht dan ook dat de taximaatschappij aansprakelijk is voor het ongeval. Er wordt nog vervoerdersovermacht ingebracht maar dit wordt gepasseerd door de rechtbank.