Algemeen
23.03.2018
2 min om te lezen

Rechtbank Limburg 6 december 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:11913

In een deelgeschil bij de Rechtbank Limburg heeft de rechtbank het causaal verband tussen de rugklachten en het verkeersongeval aangenomen, nu een andere oorzaak ontbreekt.

Verzoeker is slachtoffer van een verkeersongeval en heeft hierbij letsel opgelopen. Na afloop van diverse behandelingen zijn vrijwel alle klachten die hij na het ongeval ondervond verdwenen, behalve de rugklachten. Omdat partijen van mening verschillen over de waardering van de klachten van verzoeker hebben zij een orthopedisch chirurg aangezocht om een expertiserapport uit te brengen. De orthopedisch chirurg concludeert dat bij verzoeker lage rugklachten resteren zonder medisch objectiveerbare lichamelijk afwijkingen. In het deelgeschil wenst verzoeker een oordeel van de rechtbank over de causaliteit tussen het ongeval en de rugklachten.

In eerdere rechtspraak is uitgemaakt dat ook wanneer een medisch aanwijsbare oorzaak voor de klachten ontbreekt, niettemin sprake kan zijn van klachten die aan een ongeval worden toegeschreven, in de zin dat een condicio sine qua non-verband wordt aangenomen tussen het ongeval en de klachten. Daarvoor is ten minste nodig dat op objectieve wijze kan worden vastgesteld dat de gelaedeerde klachten heeft die reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Dit is met name in zaken die betrekking hadden op whiplashklachten vertaald naar de vraag of er sprake is van een plausibel klachtenpatroon.

Achmea heeft betwist dat de hierboven besproken rechtspraak toepassing kan vinden, omdat er in dit geval geen sprake is van whiplashklachten. De rechtbank kan Achmea hierin niet volgen. De hiervoor weergegeven redeneringen zijn ontwikkeld in – kortheidshalve – whiplashzaken maar kunnen desondanks evengoed toepassing vinden in zaken waarin andersoortige medische klachten bestaan waarvoor geen objectief-medische oorzaak is aan te wijzen.