Algemeen
06.11.2019
2 min om te lezen

Hof: Werkgever is aansprakelijk voor val werknemer wegens het ontbreken van instructies

Een werknemer verricht werkzaamheden op een 3,7 meter hoog dak van een bus en komt daarbij ten val waarbij hij ernstig letsel aan de voet oploopt. De werknemer stelt de werkgever hiervoor aansprakelijk op grond van artikel 7:658 lid 1 BW.

Om op het 3,7 meter hoge dak van de bus te komen maakte de werknemer gebruik van een driedelige uitschuifbare ladder die door de werkgever ter beschikking werd gesteld. Bij het afdalen van de ladder is de werknemer ten val gekomen. De werknemer stelt dat de werkgever tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens hem omdat hij onvoldoende instructies en cursussen heeft gekregen en/of gevolgd voor het werken op hoogte, omdat de ladder niet gekeurd was en niet voldeed aan de veiligheidseisen en omdat de werkgever geen valbeschermingsmaatregelen heeft getroffen. De werkgever betoogd dat sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden waardoor het ongeval niet voorkomen had kunnen worden. Er kan dus geen sprake zijn van schending van de zorgplicht, aldus de werkgever.

Het Hof stelt voorop dat de zorgplicht van de werkgever uit artikel 7:658 lid 1 BW voortvloeit en schending van deze zorgplicht leidt tot aansprakelijkheid van de werkgever op grond van lid 2 van het desbetreffende artikel.  Uit lid 2 volgt eveneens de volgorde van het juridische debat omtrent de aansprakelijkheid: “De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer”.

In deze zaak staat vast dat de schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden en dat er geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dat betekent dat de aansprakelijkheid van de werkgever wordt aangenomen, tenzij de werkgever aan zijn zorgverplichting heeft voldaan.

Betreffende de zorgverplichting van de werkgever oordeelt het Hof dat in het midden kan blijven of de ladder gebrekkig of onveilig is, nu in het kader van de zorgverplichting van art. 7:658 BW de werkgever (veiligheids-)instructies had dienen te geven, in elk geval met betrekking tot het gebruik van de aanwezige takelinstallatie met valbescherming (tuigje). Bij werkzaamheden op 3,7 meter hoogte is sprake van een (val)risico, wat maakt dat er (veiligheids-)instructies gegeven hadden moeten worden. Het Hof oordeelt: “Het enkel aanwezig hebben van een takelinstallatie zonder de bijbehorende instructie aan de werknemer om, en hoe, deze te gebruiken bij het werken op hoogte, is volstrekt onvoldoende om te concluderen dat de werkgever aan haar zorgverplichting heeft voldaan.”

Gezien het voorgaande is het causaal verband tussen die tekortkoming en het ongeval en daarmee de schade gegeven. De werkgever is aansprakelijk voor de geleden schade van de werknemer.

Voor meer informatie, neemt u dan contact op met ons kantoor via 030 242 85 99 of mail naar info@sdwadvocaten.nl
ECLI:NL:GHSHE:2019:3784
Datum uitspraak: 15 oktober 2019