Algemeen
23.06.2020
3 min om te lezen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 april 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:3428.

Op 16 juli 2015, een windstille dag, vond er aan de Rijkenhage te Zutphen een ongeval plaats: één van de hoofdtakken van een grote kastanjeboom brak af en kwam terecht op onder meer geïntimeerde. Geïntimeerde stond op dat moment met tientallen anderen te wachten bij de onder die boom gelegen opstapplek van de toeristische fluisterboot. Door het ongeval liep geïntimeerde ernstig letsel op. Geïntimeerde heeft de gemeente als eigenaar van de boom aansprakelijk gesteld op grond van artikel 6:162 BW. De kern van het verwijt aan de gemeente is dat de gemeente in de periode voorafgaand aan het ongeval onvoldoende zorg heeft betracht bij het onderhoud en de controle van de boom en aldus een gevaarlijke situatie in het leven heeft geroepen die zich uiteindelijk heeft verwezenlijkt.

Een deskundige van Boomtotaalzorg heeft in opdracht van de gemeente het rapport ‘Expertise takbreuk Zutphen’ opgesteld. In het rapport staat dat gelet op de leeftijd van de boom, de standplaats en gebruik van de openbare ruimte rond de boom, hier sprake was van een situatie met een verhoogd risico. Dit was de gemeente bekend, waardoor de boom in het kader van de ‘Wettelijke zorgplicht’ dan ook al een aantal jaar werd geïnspecteerd en gecontroleerd. Op 24 februari 2015 heeft een deskundige van Tree-O-Logic de boom nog geïnspecteerd volgens de zogeheten VTA-methode. De deskundige geeft onder meer aan dat de conditie van de boom matig is, er zadelzwam in de boom aanwezig is en de boom is aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Op grond van deze waargenomen aantastingen/schades/zwakheden heeft de deskundige de boom als risicoboom aangemerkt met een te verwachte levensduur van minder dan vijf jaar. Naar aanleiding van de resultaten heeft de werkleider Groen van de Gemeente de boom in april 2015 visueel geïnspecteerd met behulp van een prikstok en een hamer. Volgens hem was er toen geen aanleiding om een kapvergunning aan te vragen en waren er bovendien geen aanvullende maatregelen nodig om de veiligheid rond de boom te kunnen garanderen. Op 26 mei 2015 heeft de coördinator van de fluisterboot nog een melding gemaakt over de boom “die er slecht aan toe is en waar wel nodig naar gekeken moet worden”.

Het Gerechtshof oordeelt dat de gemeente vanaf het moment dat zij over het rapport van de deskundige van Tree-O-Logic beschikte wist dat de boom in een matige conditie verkeerde en nog maar een beperkte levensduur had. Vanaf 26 mei 2015 wist de gemeente bovendien (of had zij kunnen en moeten weten) dat de kroon van de boom geel werd en een mindere bladbezetting had. De boom verkeerde toen in een nog slechtere staat dan een maand eerder. Hoewel de boom direct na de inspectie op de kaplijst voor het najaar van 2015 is geplaatst, heeft de gemeente nagelaten aanvullende (veiligheids)maatregelen te treffen. Dit had in de gegeven omstandigheden wel van haar mogen worden gewacht, omdat de boom was gelegen op een erg drukke publieke locatie. De gemeente heeft ook nagelaten voor dit gevaar te waarschuwen. De conclusie luidt dat de gemeente jegens geïntimeerde in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt.