Algemeen
12.03.2019
1 min om te lezen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-12-2018, ECLI: NL:GHARL:2018:10759

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in deze zaak geoordeeld dat de trage afhandeling van het letselschadedossier door de verzekeraar voldoende reden is om een aanvullende smartengeldvergoeding uit te keren aan het slachtoffer.

Het slachtoffer is eigenaar van een boerenbedrijf en raakte in 1999 betrokken bij een verkeersongeval. Hij liep een whiplash op en lijdt aan het whiplashsyndroom. Ten gevolge van het opgelopen letsel moest hij de bedrijfsvoering van zijn boerenbedrijf omgooien. Het slachtoffer raakte in financiële problemen, en liep naast de lichamelijke klachten ook mentale klachten op. Volgens de rechtbank en het hof zijn ook deze klachten toe te rekenen aan het ongeval.

De behandeling van de letselschadezaak verloopt aan de zijde van de verzekeraar zeer moeizaam. Het hof spreekt van een “bijzonder stroperig letselschadedossier”. De verzekeraar weigerde een verzekeringsarts in te schakelen, wisselde meerdere keren van koers in het dossier en was daarnaast erg laat met het uitkeren van (lage) voorschotten. De rechtbank oordeelde dat de verzekeraar in dit dossier onrechtmatig tegenover het slachtoffer heeft gehandeld, en dat er derhalve sprake is van secundaire victimisatie: onrechtmatige schadeafwikkeling. Het hof acht het aannemelijk dat het slachtoffer door deze onzorgvuldige en trage wijze van behandeling immateriële schade heeft opgelopen (naast de opgelopen immateriële schade door het ongeval) en begroot deze schade op € 10.000,-)