Algemeen
29.10.2021
3 min om te lezen

Bij een bezoek aan een café krijgt het slachtoffer een bierglas op het hoofd, is de horecagelegenheid aansprakelijk?

Verzoekster is met drie vriendinnen op stap gegaan in Eindhoven en heeft daarbij horecagelegenheid De Voortuitgang bezocht. In De Vooruitgang staan de beneden- en bovenverdieping met elkaar in verbinding middels een vide. De eerste verdieping is voorzien van balustraden en in het midden van De Vooruitgang bevindt zich een soort atrium. Verzoekster is een ongeval overkomen doordat er een glas van de bovenverdieping naar beneden op haar hoofd terecht is gekomen. Uit camerabeelden valt geen signalement van betrokken op te maken. Daarnaast zijn de gegevens van de persoon die zijn glas heeft laten vallen voor verzoekster niet te achterhalen.

 

Verzoekster meent dat De Vooruitgang artikel 6:162 BW heeft geschonden door een gevaarzettende situatie te creëren die haar kan worden toegerekend. De mate van waarschijnlijkheid waarin het niet in acht nemen van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht is in dit geval hoog, omdat De Vooruitgang een horecagelegenheid is waar alcohol wordt geschonken en de kans dat daardoor ongevallen ontstaan groot is. Er is door De Voortuitgang een situatie gecreëerd waarin op de bovenverdieping mensen met glaswerk in hun handen staan of glaswerk op de balustrade plaatsen. Het is daardoor eenvoudig om een glas naar beneden te laten vallen. Tevens was er geen bescherming tegen vallend glaswerk aangebracht, zoals een scherm of gespannen net. Verder is er niet voor gekozen om op de eerste verdieping gebruik te maken van plastic bekers. De ernst en de gevolgen van een ongeval zijn groot en de bezwaarlijkheid van de te nemen maatregelen is klein.

 

De Vooruitgang voert het verweer dat er sinds de exploitatie nooit eerder een incident heeft voorgedaan met vallende glazen. Er is daardoor geen sprake van een gevaarzettende situatie. Daarnaast wordt er betwist dat mensen op de bovenverdieping glas op de reling hebben geplaatst. De reling van de balustrade is hoger dan de naastgelegen tafels. De kans dat er een glas naar beneden valt is zo gering dat De Vooruitgang daarmee redelijkerwijs geen rekening hoefde te houden door het nemen van maatregelen. Van De Vooruitgang kan niet worden gevergd dat zij maatregelen neemt bestaande uit het spannen van een net en het aanbieden van plastic bekers. Ook zit onder de balustrade een glazen scherm dat voorkomt dat er voorwerpen onder de reling door naar beneden vallen.

 

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt op 26 augustus 2021 dat op basis van het overgelegde foto- en videomateriaal De Vooruitgang wordt gevolgd dat de kans dat voorwerpen zoals glazen over de reling vallen klein is. De inrichting nodigt niet uit tot het plaatsen van glaswerk op de reling. Op de eerste verdieping bevinden zich naast de balustrade vooral lager gelegen tafels en zitjes. De voorzieningen zijn ten opzichte van de reling op zodanige hoogte aangebracht dat de kans dat een glas dat op die voorzieningen is gezet over de reling valt (zeer) klein is. Ook is voor de rechtbank niet goed vast te stellen door welke oorzaak het glas naar beneden is gevallen en door het treffen van welke redelijke maatregelen dit had kunnen worden voorkomen. Verder is de rechtbank van oordeel dat ook een gevulde plastic beker letsel kan veroorzaken. Het spannen van een net of andere vorm van valbescherming doet wezenlijk afbreuk aan het ontwerp van het interieur en staat niet in verhouding tot de geringe kans dat een glas naar beneden valt. Het verzoek wordt afgewezen.

 

Rechtbank Oost-Brabant 26 augustus 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:5033