Algemeen
08.05.2018
2 min om te lezen

Rechtbank Oost-Brabant 5 september 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:6934

Op 23 maart 2011 heeft een klimongeval plaatsgevonden in de klimhal van Neoliet te Eindhoven. Verzoeker was die dag met medestudenten aan het oefenen op een klimwand.

Verzoeker stond ingeschreven als tweedejaars student aan de Fontys Sporthogeschool. Verzoeker was op de klimwand aan het oefenen ter voorbereiding op de eindtoets die de volgende dag zou plaatsvinden in het kader van zijn afstudeerrichting. Tijdens het oefenen heeft verzoeker een val gemaakt van 14 meter hoogte, als gevolg waarvan hij ernstig letsel heeft opgelopen.

Verzoeker houdt Fontys aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW, omdat Fontys als school haar zorgplicht zou hebben geschonden. Tussen partijen staat vast dat het klimongeval niet tijdens lesuren en niet gedurende de stage van verzoeker heeft plaatsgevonden. Volgens de rechtbank rust op een school als Fontys een zorgplicht ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van haar leerlingen. Daarbij geldt dat de zorgplicht van een school die bewegingsonderwijs geeft, waarbij het risico op ernstig letsel vaak aanzienlijk is, doorgaans zwaarder is dan de zorgplicht van een school in andere situaties.

De rechtbank oordeelt dat Fontys haar zorgverplichting onvoldoende is nagekomen. In de eerste plaats heeft Fontys onvoldoende duidelijkheid gegeven over de inhoud en de vereiste vaardigheden van de eindtoets. In de tweede plaats heeft Fontys onvoldoende instructies gegeven en onvoldoende voorwaarden geformuleerd voor een veilige voorbereiding op de eindtoets. Echter, Volgens de rechtbank heeft verzoeker vanwege de door hem gemaakte keuzes en gedragingen het ongeval in aanzienlijke mate zelf veroorzaakt, zodat sprake is van eigen schuld aan de zijde van verzoeker. Het percentage eigen schuld wordt door de rechtbank op 60% gesteld, waardoor Fontys gehouden is om 40% van de schade te vergoeden die verzoeker als gevolg van het ongeval heeft geleden.